Gezien zijn jonge leeftijd van drie-en-een-half gunden wij Broes afgelopen zomer wat vrijheid en een zooitje gras. Niet oefenen om bereden te kunnen worden, maar gewoon een beetje dartelen tussen soortgenoten.
Een soort vakantie eigenlijk. Of op kamp. Slenteren van graspol naar grasspriet en af en toe even het hoofd omhoog om te loeren wat de anderen doen. Daar word je groot, sterk en ontspannen van; lekker lummelen in de wei. En dat was precies de bedoeling.
West-Nederland heeft weilanden genoeg, alleen helaas niet bij ons in de buurt. En dus werd hij gebracht. Vrolijk dartelende hij de trailer uit toen we op de plek van bestemming waren. De anderen waren er al. De hele kudde jonge ruinen kwam nieuwsgierig kijken toen het hek naar de hemelse weidezomer openging. Robert kon nog net zijn halster afdoen voordat hij omringd werd met zijn tijdelijke familie.
Binnen twee tellen veranderende hij van een puber ventje in een statige heer met een sjiek gestippelde jas. Als je je ooit eens afvraagt wat lichaamshouding voor effect kan hebben, zou je eens een dag tussen de paarden moeten doorbrengen.
Hoog met zijn hoofd, borst vooruit en zijn nek prachtig in de krul. Hopla, daar gingen ze. Als een soort witte mascotte tussen een kudde vol met zwart en bruin denderden ze het oneindige land in. Gelukkig had ik mijn camera paraat en zo kon ik deze ontmoeting later nog eens terug kijken. Het had zelfs iets ontroerends. Altijd spannend zo’n nieuwe fase. Acceptatie gelukt. Het menselijke brein legt bijzondere verbindingen tijdens het proces van loslaten. Zelfs als het over paarden gaat.
En zoals het betrokken ouders betaamd, waren wij wel nieuwsgierig of hij niet aan lager wal zou raken daar tussen al zijn leeftijdgenoten en met zoveel vrijheid. Voorzien van een appel hingen we af en toe aan het hek om te kijken of de liefde nog wederzijds was. Maar de leegte die wij voelden was bij hem al lang en breed opgevuld. Druk met gras nuttigen en kuieren met zijn grijze maatje. Want die had hij intussen al gevonden. Een echte kroegmaat. Samen slobberen uit de sloot en dan nog maar weer een hapje gras. Een heerlijke maaltijd smaakt altijd beter in goed gezelschap.
Zo vlogen de maanden voorbij. Het lijf van Broes werd ronder maar ook gehard. Zon, regen en af en toe een beuk van één van de anderen. Want zelfs in de beste families rommelt het wel eens. In september dunde de kudde weer wat uit. Eigenaren kwamen de losgelaten pubers één voor één weer ophalen. Een proces wat weer wat ruimte creëerde in onze wederzijdse relatie. Broes bleef lang na het appeltje nog even gezellig bij ons buurten. Droomde weg onder mijn kriebelende handen en huppelde achter Robert aan als hij een stukje wegrende. Zijn hoofd vrolijk in de lucht gooiend.
Begin oktober parkeerden we de trailer weer voor het land. Daar ging onze ragebol, zomaar braaf de loopplank op. Met klitten en al want zijn manen waren in al de maanden getransformeerd naar een heuse Rastafari. Zo zonder toezicht nam hij het niet zo nauw met zijn lichamelijke verzorging. Want ook aan zijn oren bungelt nog een klontje bagger. Aan zijn vakantie heeft hij zo wat souvenirs overgehouden. Nog één keer kijken we om. Het heerlijke land ligt er verlaten bij. Alle pubers zijn naar huis. Nog een laatste hinnik en dan is het voorbij. Op naar nieuwe avonturen.
(Eerder gepubliceerd in Cap Magazine in 2016)
Reactie plaatsen
Reacties