Afrika, fragiel en een tikje verwend
Een keertje kijken is wel een goed plan volgens de toenmalige schoolleider. En dus word ik op een dinsdagochtend ergens in september een ochtendje meegenomen in het Nieuwkomersonderwijs. Samen met Taoufik en Clare ga ik daar na de herfstvakantie kinderen in één jaar Nederlands leren. Zij Nederlands en ik waarschijnlijk tien andere talen; Zuid-Afrikaans, Russisch, Spaans en een beetje Punjabi, om er maar een paar te noemen. Want na tien minuten begrijp ik direct dat al die verschillende voornamen, met bijbehorende tongvallen ook een uitdaging is. ‘Wacht maar tot F op school is’, was het antwoord van mijn collega’s, toen ik me hardop afvroeg of ik al die namen ooit onder de knie zou krijgen. Clare en Taoufik schudden nog meer verwachtingen zomaar uit de mouw. F was kennelijk het verheugen waard.